Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/352
Beklag, conservatoir beslag. Gegronde klacht over toepassing van onjuiste maatstaf bij beoordeling van beklag, nl. die van art. 94 Sv.
HR 23-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:310
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 februari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/05124
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:310, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:66, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2016
Essentie
Beklag, conservatoir beslag. Gegronde klacht over toepassing van onjuiste maatstaf bij beoordeling van beklag, nl. die van art. 94 Sv.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 23 september 2014, nummer RK 14/2336, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door: [klaagster]. Adv.: mr. M.J. Lamers, te Utrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
De Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft bij beschikking van 23 september 2014 het door klaagster ingediende klaagschrift ex art. 552a Sv ongegrond verklaard. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.