Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/342
Cassatie in het belang der wet. Oordeel Hof dat niet is komen vast te staan dat een administratieve sanctie is opgelegd door een daartoe bevoegde ambtenaar nu sprake is van een volledig geautomatiseerd proces, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
HR 16-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:240
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/04957
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Staatsrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:240, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑08‑2015
- Wetingang
Art. 72 WVW 1994; art. 2 lid 1 en 3, 3 lid 1 en 2 WAHV; art. 2 Besluit WAHV
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Het hof heeft vastgesteld dat de administratieve sanctie aan de betrokkene is opgelegd door een ambtenaar die met het toezicht op de naleving van het desbetreffende voorschrift is belast. Tekst noch strekking van art. 3 lid 2 WAHV beperken de bevoegdheid tot sanctieoplegging van die ambtenaar tot gevallen waarin, alvorens de sanctie wordt opgelegd, is onderzocht of sprake is van, al dan niet door de betrokkene naar voren gebrachte, bijzondere omstandigheden die een nadere beoordeling vergen. Gelet hierop geeft het oordeel van het hof dat niet is komen vast te staan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.