Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/353
HR: art. 81 lid 1 RO. Conclusie A-G over de vraag of de in de schriftuur opgenomen klachten, die eerst na afloop van de zestig-dagentermijn schriftelijk zijn toegelicht, op zichzelf beschouwd kunnen worden aangemerkt als cassatiemiddelen in de zin der wet.
HR 23-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:312
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 februari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05474
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:312, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2700, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2015
Essentie
HR: art. 81 lid 1 RO. Conclusie A-G over de vraag of de in de schriftuur opgenomen klachten, die eerst na afloop van de zestig-dagentermijn schriftelijk zijn toegelicht, op zichzelf beschouwd kunnen worden aangemerkt als cassatiemiddelen in de zin der wet.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 mei 2014, nummer 20/001884-13, in de strafzaak tegen:[verdachte]. Adv.: J.S. Nan, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 8 mei 2014 de verdachte wegens “opzettelijk handelen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.