Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/358
HR: art. 81 lid 1 RO. Conclusie A-G over de bewezenverklaarde oplichting, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
HR 23-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:309
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 februari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
15/00960
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:309, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2015
Essentie
HR: art. 81 lid 1 RO. Conclusie A-G over de bewezenverklaarde oplichting, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 11 februari 2015, nummer 21/005661-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. Th.J. Kelder, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 11 februari 2015 het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 22 september 2014 bevestigd, met uitzondering van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.