Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/359
Betekeningsperikelen. Het Hof heeft kennelijk geoordeeld dat adres van uitreiking, adres 2 bij gebreke aan een actuele inschrijving in de BRP, de feitelijke woon- of verblijfplaats van verdachte was en dat het door verdachte in de appelakte opgegeven adres 1 was achterhaald door het later in de BRP opgegeven adres 2. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk.
HR 23-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:304
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01278
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:304, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2015
Essentie
Betekeningsperikelen. Het Hof heeft kennelijk geoordeeld dat adres van uitreiking, adres 2 bij gebreke aan een actuele inschrijving in de BRP, de feitelijke woon- of verblijfplaats van verdachte was en dat het door verdachte in de appelakte opgegeven adres 1 was achterhaald door het later in de BRP opgegeven adres 2. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 oktober 2014, nummer 22/003497-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. T. Lucas, te 's-Gravenhage.