Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/758
Immuniteit van jurisdictie. Internationaal Publiekrecht. VN Verdrag ‘on Jurisdictional Immunities of States and Their Property’; ontslag werkneemster consulaat; werkzaamheden verricht ter uitvoering overheidstaak.
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1084
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/02209
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1084, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:215, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑04‑2021
- Wetingang
Art. 13a Wet AB; art. 11 UN Convention on Jurisdictional Immunities of States and Their Property
Essentie
Immuniteit van jurisdictie. Internationaal Publiekrecht. VN Verdrag ‘on Jurisdictional Immunities of States and Their Property’; ontslag werkneemster consulaat; werkzaamheden verricht ter uitvoering overheidstaak.
Samenvatting
De rechtsmacht van de Nederlandse rechter wordt beperkt door de uitzonderingen in het volkenrecht erkend (art. 13a Wet AB). Die uitzonderingen kunnen zijn voorzien in een verdrag of in ongeschreven internationaal publiekrecht. Het VN Verdrag ‘on Jurisdictional Immunities of States and Their Property’ van 2 december 2004 is door Nederland niet geratificeerd en nog niet in werking getreden. Het VN-Verdrag behelst onder meer een codificatie van het internationale gewoonterecht met betrekking tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.