Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/84
Procesrecht. Erfrecht. Afgewezen verzet tegen uitdelingslijst; rechtsmiddel hoger beroep of cassatie?; overeenkomstige toepassing van art. 187 lid 1 Fw (cassatie binnen acht dagen).
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2393
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01600
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2393, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1276, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑04‑2018
- Wetingang
Art. 4:218 BW; art. 187, 198-202 (oud) Fw; art. 261, 358 Rv
Essentie
Procesrecht. Erfrecht. Afgewezen verzet tegen uitdelingslijst; rechtsmiddel hoger beroep of cassatie?; overeenkomstige toepassing van art. 187 lid 1 Fw (cassatie binnen acht dagen).
Samenvatting
Het betoog dat art. 187 lid 1 Fw niet van toepassing is op beschikkingen van kantonrechters, nu in deze bepaling alleen wordt gesproken van beschikkingen van rechtbanken, faalt reeds omdat de kantonrechter onderdeel uitmaakt van de rechtbank. Art. 4:218 lid 5 BW verklaart de voorschriften van de Faillissementswet ‘zoveel mogelijk’ van overeenkomstige toepassing op het verzet tegen de uitdelingslijst. Deze bewoordingen wijzen erop dat overeenkomstige toepassing van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.