Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/130
Opzettelijke overtreding voorschrift art. 18 lid 18 Wm, begaan door rechtspersoon. Sprake van handelen in strijd met een vergunningsvoorschrift doordat verdachte verontreinigde grond heeft ‘bewerkt’? De uitleg van een vergunningsvoorschrift als het onderhavige is van feitelijke aard, zodat oordeel hof dienaangaande in cassatie slechts op zijn begrijpelijkheid kan worden getoetst (vgl. ECLI:NL:HR:1995:ZD0054). Dat oordeel is niet onbegrijpelijk.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2348
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/05127 E
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Milieustrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2348, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Essentie
Opzettelijke overtreding voorschrift art. 18 lid 18 Wm, begaan door rechtspersoon. Sprake van handelen in strijd met een vergunningsvoorschrift doordat verdachte verontreinigde grond heeft ‘bewerkt’? De uitleg van een vergunningsvoorschrift als het onderhavige is van feitelijke aard, zodat oordeel hof dienaangaande in cassatie slechts op zijn begrijpelijkheid kan worden getoetst (vgl. ECLI:NL:HR:1995:ZD0054). Dat oordeel is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
18 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/05127 E
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, Economische Kamer, van 21 juni 2017, nummer 21/000088-16, in de strafzaak tegen: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.