Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/127
Rechtbank heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag op de grond dat klaagschrift meer dan 3 maanden na sepotbeslissing is ingediend. Nu geen sprake was van vervolgde zaak was de termijn waarbinnen klaagschrift moest worden ingediend op grond van art. 552a lid 4 Sv 2 jaren na inbeslagneming. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2346
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/03274 B
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2346, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Essentie
Rechtbank heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag op de grond dat klaagschrift meer dan 3 maanden na sepotbeslissing is ingediend. Nu geen sprake was van vervolgde zaak was de termijn waarbinnen klaagschrift moest worden ingediend op grond van art. 552a lid 4 Sv 2 jaren na inbeslagneming. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
18 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/03274 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Den Haag van 7 februari 2017, nummer RK 16/4465, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.