Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/93
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Overeenkomst van geldlening. Bewijskracht onderhandse akte. Art. 157-159 Rv.
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2372
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens,T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/05998
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2372, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1415, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Overeenkomst van geldlening. Bewijskracht onderhandse akte. Art. 157-159 Rv.
Partij(en)
21 december 2018
Eerste Kamer
17/05998
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
Mario Dennis WINTER, handelend in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater], wonende te Den Haag ,
EISER tot cassatie, verweerder in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
1. [verweerder 1], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, eiser in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. C.G.A. van Stratum,
2. [verweerder 2], wonende te [woonplaats], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.