Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/99
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Mondelinge overeenkomst met betrekking tot het huren van reclameruimte op gebouw. Rechtens afdwingbare overeenkomst? Overeenstemming over alle wezenlijke elementen van beoogde overeenkomst? Art. 7:201 BW.
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2387
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00561
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2387, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1297, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Mondelinge overeenkomst met betrekking tot het huren van reclameruimte op gebouw. Rechtens afdwingbare overeenkomst? Overeenstemming over alle wezenlijke elementen van beoogde overeenkomst? Art. 7:201 BW.
Partij(en)
21 december 2018
Eerste Kamer
18/00561
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
EUROMAST HORECA B.V., gevestigd te Rotterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.E. Bruning,
t e g e n
HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V., gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Euromast en HDI.