Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/124
Overschrijding redelijke termijn. Hof heeft vastgesteld dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn voor berechting van de zaak. Het heeft geoordeeld dat de straf op grond daarvan verminderd dient te worden, maar dat stelling van verdediging dat strafvermindering van ten minste 25% op haar plaats is, geen steun vindt in het recht. Deze oordelen getuigen niet van een onjuiste rechtsopvatting en zijn in het licht van het gevoerde verweer niet onbegrijpelijk. Zij kunnen de verwerping van het verweer zelfstandig dragen.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2382
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/03087
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2382, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Essentie
Overschrijding redelijke termijn. Hof heeft vastgesteld dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn voor berechting van de zaak. Het heeft geoordeeld dat de straf op grond daarvan verminderd dient te worden, maar dat stelling van verdediging dat strafvermindering van ten minste 25% op haar plaats is, geen steun vindt in het recht. Deze oordelen getuigen niet van een onjuiste rechtsopvatting en zijn in het licht van het gevoerde verweer niet onbegrijpelijk. Zij kunnen de verwerping van het verweer zelfstandig dragen.
Partij(en)
18 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/03087
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.