RvdW 2019/124:Overschrijding redelijke termijn. Hof heeft vastgesteld dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn voor berechting van de zaak. Het heeft geoordeeld dat de straf op grond daarvan verminderd dient te worden, maar dat stelling van verdediging dat strafvermindering van ten minste 25% op haar plaats is, geen steun vindt in het recht. Deze oordelen getuigen niet van een onjuiste rechtsopvatting en zijn in het licht van het gevoerde verweer niet onbegrijpelijk. Zij kunnen de verwerping van het verweer zelfstandig dragen.