RvdW 2017/1049
Klacht over afwijking uitdrukkelijk onderbouwd standpunt verdediging. HR: art. 81 lid 1 RO.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van  Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/04240 J
- Conclusie
A-G  mr. A.J. Machielse
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2466, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:946, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2017
Essentie
Klacht over afwijking uitdrukkelijk onderbouwd standpunt verdediging. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 juli 2016, nummer 22/001428-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. G.E.M. Later, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J. Machielse:
1.
Het gerechtshof Den Haag heeft op 28 juni 2016 het vonnis van de rechtbank Den Haag van 26 maart 2015, waarbij verdachte voor: medeplichtigheid aan het plegen van diefstallen, waarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf is verkregen door middel ...