RvdW 2019/116:Leider criminele organisatie, art. 140 lid 3 Sr. Middel over bewijs van ‘leider’ organisatie leidt niet tot cassatie op gronden vermeld in ECLI:NL:HR:2018:2331.

RvdW 2019/116

Leider criminele organisatie, art. 140 lid 3 Sr. Middel over bewijs van ‘leider’ organisatie leidt niet tot cassatie op gronden vermeld in ECLI:NL:HR:2018:2331.

Documentgegevens:

HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2332

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 18 december 2018
Magistraten: Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
Zaaknummer: 17/01862
Conclusie: A-G mr. P.C. Vegter
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2018:2332, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1402, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018

Essentie

Leider criminele organisatie, art. 140 lid 3 Sr. Middel over bewijs van ‘leider’ organisatie leidt niet tot cassatie op gronden vermeld in ECLI:NL:HR:2018:2331.

Partij(en)

18 december 2018

Strafkamer

nr. S 17/01862

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 april 2017, nummer 22/004508-14, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Pakistan) op [geboortedatum] 1960.

Conclusie

Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:

1. De verdachte is bij arrest van 6 april 2017 door het hof Den Haag wegens 1. ‘een ander uit winstbejag gelegenheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.