RvdW 2022/419:Diefstal. Middelen over de strafoplegging en art. 359 lid 3 tweede volzin Sv. 1. Klacht dat het hof ten onrechte heeft overwogen dat de verdachte zich blijkens zijn JD ‘heel vaak’ aan fietsendiefstal heeft schuldig gemaakt. 2. Klacht over overweging hof dat verdachte eerder in beroep is gegaan tegen een veroordeling waarbij aan hem bijzondere voorwaarden waren opgelegd. 3. Klacht dat hof ten onrechte heeft volstaan met een opgave van bm, terwijl verdachte geen duidelijke en ondubbelzinnige bekentenis heeft afgelegd. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 21/00634 (RvdW 2022/418) en 21/00631 (RvdW 2022/417).