Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/951
Onrechtmatige daad. Vervreemding grond woningcorporatie na slopen woningen. Goedkeuring minister vereist? (art. 24 lid 1, onder a, Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015).
HR 01-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1425
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/01408
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1425, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 27 lid 1 Woningwet; art. 24 Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Essentie
Onrechtmatige daad. Vervreemding grond woningcorporatie na slopen woningen. Goedkeuring minister vereist? (art. 24 lid 1, onder a, Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015).
Samenvatting
Het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (Btiv 2015) voorziet in uitzonderingen op de goedkeuringsprocedure zoals neergelegd in art. 27 lid 1, aanhef en onder a, Woningwet. Art. 24, aanhef en onder e, Btiv 2015 bepaalt dat deze goedkeuring niet is vereist voor zover het betrokken besluit van het bestuur van een toegelaten instelling de vervreemding betreft van een andere onroerende zaak dan een woongelegenheid of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.