RvdW 2021/974:Deelname aan criminele organisatie (art. 140 lid 1 Sr) en medeplegen telen (art. 3 onder B Opiumwet) en aanwezig hebben (art. 3 onder C Opiumwet) hennep. 1. Bewijsklacht pleegperiode. Is bewezenverklaring, v.zv. inhoudende dat feiten in periode van 1 april 2012 tot en met 17 februari 2015 zijn begaan, toereikend gemotiveerd? 2. Strafmotivering (gevangenisstraf van 27 maanden). Is strafoplegging, v.zv. in strafmotivering van diezelfde pleegperiode wordt uitgegaan, begrijpelijk? Ad 1. Klacht dat bewezenverklaring van feiten ontoereikend is gemotiveerd, omdat uit bewijsvoering niet kan volgen dat aanvangsdatum van die feiten op 1 april 2012 was gelegen, miskent dat dergelijke bewezenverklaring niet betekent dat verdachte gedurende gehele periode de hem verweten handelingen heeft verricht (vgl. HR 2 juli 2002, NJ 2002/536). Ad 2. Hof heeft in strafmotivering overwogen dat verdachte ‘bijna 3 jaar’ onderdeel heeft uitgemaakt van criminele organisatie en dat sprake is geweest van ‘langdurige’, grootschalige, georganiseerde en beroepsmatige wijze van hennepteelt, waarmee hof tot uitdrukking heeft gebracht duur van periode waarin bewezenverklaarde is begaan, van belang te achten voor strafoplegging. Uit verhandelde ttz. kan niet z.m. blijken waaraan hof de vaststelling heeft ontleend dat verdachte gedurende periode van ‘bijna 3 jaar’ bij criminele organisatie en bij hennepteelt was betrokken. Mede gelet op wat namens verdachte daarover is aangevoerd, had hof de strafoplegging in dit opzicht nader moeten motiveren. Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. strafoplegging en terugwijzing.