RvdW 2021/970:Medeplegen diefstal met geweld in woning, art. 312 lid 2 Sr. Is sprake van ‘ernstige bezwaren’ tegen verdachte t.t.v. het door OvJ gegeven bevel tot afname van celmateriaal t.b.v. DNA-onderzoek a.b.i. art. 151b lid 1 Sv? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 18 februari 1997, NJ 1997/441 inhoudende dat voor bestaan van ‘ernstige bezwaren’ a.b.i. art. 151b lid 1 Sv meer is vereist dan enkel redelijk vermoeden van schuld aan het in die bepaling bedoelde misdrijf ter zake waarvan bevel tot afname van celmateriaal t.b.v. DNA-onderzoek wordt gegeven. Hof heeft geoordeeld dat t.t.v. bevel ‘ernstige bezwaren’ tegen verdachte bestonden op de grond dat telefoon van verdachte in nacht voor woningoverval een mast in pleegplaats heeft aangestraald, aangevers hadden verklaard dat hoogst waarschijnlijk bekenden van hen bij overval betrokken waren terwijl verdachte voor één van aangevers gewerkt had en verdachte op pleegdatum beschikte over bestelbus zoals die was waargenomen nabij plaats delict. Hierbij heeft hof klaarblijkelijk betrokken dat die bestelbus blijkens opdruk toebehoorde aan autoverhuurbedrijf en t.t.v. afgeven van bevel uit onderzoek van politie was gebleken dat op pleegdatum slechts 3 personen een bestelbus van waargenomen merk en type hadden gehuurd bij dat autoverhuurbedrijf en verdachte op tijdstip van woningoverval één van die bestelbussen in gebruik had. Een en ander getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk.