Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/957
Onteigeningsrecht. Aan onteigende aangeboden bijkomende voorziening niet vermeld in het dictum; art. 54i lid 1 Ow. Hoge Raad doet zelf de zaak af.
HR 01-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1426
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/04239
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1426, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑10‑2021
Essentie
Onteigeningsrecht. Aan onteigende aangeboden bijkomende voorziening niet vermeld in het dictum; art. 54i lid 1 Ow. Hoge Raad doet zelf de zaak af.
Partij(en)
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J.A.M.A. Sluysmans,
tegen
PROVINCIE FLEVOLAND,
zetelende te Lelystad,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de Provincie,
advocaat: M.W. Scheltema.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.L. Valk:
1. Inleiding en samenvatting
1.1
Deze zaak betreft de vervroegde onteigening van twee perceelsgedeelten van [eiser] in verband met de verwijdering (‘sanering’) van een thans aanwezige windturbine, die in het bestemmingsplan is ‘wegbestemd’.
1.2
Alleen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.