Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/456
Vergoeding van de beweerdelijk door de verzoeker geleden schade. Materiële schade. Bankgarantiekosten. Causaal verband. Vertragingsrente. Immateriële schade.
HvJ EU 13-12-2018, ECLI:EU:C:2018:1014 (European Union/Kendrion)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
13 december 2018
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, J.-C. Bonichot, E. Regan, C.G. Fernlund, S. Rodin
- Zaaknummer
C-150/17 P
- Conclusie
A-G N. Wahl
- Roepnaam
European Union/Kendrion
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:1014, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 13‑12‑2018
ECLI:EU:C:2018:612, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 25‑07‑2018
- Wetingang
Art. 340 tweede alinea VWEU
Essentie
Europese Unie, Kendrion NV, Europese Commissie.
Hogere voorziening, ingesteld op 24 maart 2017. Beroep tot schadevergoeding. Buitensporig lange duur van de procedure in het kader van een zaak voor het Gerecht van de Europese Unie. Vergoeding van de beweerdelijk door de verzoeker geleden schade. Materiële schade. Bankgarantiekosten. Causaal verband. Vertragingsrente. Immateriële schade.
Het Gerecht van de Europese Unie heeft de Europese Unie veroordeeld tot vergoeding van € 588.769,18 aan Kendrion NV voor de door deze vennootschap geleden materiële schade wegens schending van de redelijke procestermijn gedurende een eerdere bij het HvJ EU gevoerde procedure (zaak T-54/06). De Europese ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.