Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/407
Feitelijk leidinggeven aan medeplegen mensensmokkel (art. 197a lid 1 Sr), meermalen gepleegd, aan medeplegen van een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is (art. 197a lid 2), meermalen gepleegd (feit 2), aan medeplegen valsheid in geschrift (art. 225 lid 1 Sr), meermalen gepleegd (feiten 3 en 4), en deelname aan een criminele organisatie (art. 140 lid 1 Sr) (feit 5). Middelen verdachte: 1. Grondslagverlating van het onder 3 en 4 tlglgde. 2. Klacht over het niet betrekken van een deskundigenrapportage bij de beraadslaging van het onder 3 en 4 tlglgde. 3. Bewijsklachten t.a.v. het onder 3 en 4 bewezenverklaarde. HR: art. 81 lid 1 RO. Op de schrifturen van de b.p. slaat de HR geen acht, omdat i.s.m. art. 4.3.3.3 van het Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden, na het binnenkomen van de faxschrifturen niet tijdig originele exemplaren zijn binnengekomen. Samenhang met 20/02228 (RvdW 2022/408) en 20/02242 (RvdW 2022/409).
HR 05-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:517
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
20/02222
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:517, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:147, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2022
Essentie
Feitelijk leidinggeven aan medeplegen mensensmokkel (art. 197a lid 1 Sr), meermalen gepleegd, aan medeplegen van een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is (art. 197a lid 2), meermalen gepleegd (feit 2), aan medeplegen valsheid in geschrift (art. 225 lid 1 Sr), meermalen gepleegd (feiten 3 en 4), en deelname aan een criminele organisatie (art. 140 lid 1 Sr) (feit 5). Middelen verdachte: 1. Grondslagverlating van het onder 3 en 4 tlglgde. 2. Klacht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.