RvdW 2020/73:Belediging van politieagent, art. 266 lid 1 jo. 267 lid 2 Sr. Verdachte n-o verklaard in zijn te laat gedaan verzet tegen strafbeschikking. Oordeel dat strafbeschikking in persoon aan verdachte is uitgereikt en dat daarmee op die dag termijn voor doen van verzet is aangevangen, is niet onjuist, in aanmerking genomen dat p-v’s van politie dezelfde bewijskracht hebben als een afzonderlijke aantekening van uitreiking in daarvoor bestemde landelijke registers (vgl. NJ 1995/275), terwijl hof uit die p-v’s heeft kunnen afleiden dat aantekening is gehouden van in art. 2.2.2 Besluit OM afdoening vermelde gegevens.