Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/66
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op een vordering van klaagster tot een bedrag van bijna USD 22 miljoen onder een derde-beslagene, ten laste van klaagster t.z.v. verdenking van witwassen en deelname aan een criminele organisatie. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 03-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1886
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/03372 B
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1886, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1033, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2019
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03372 B
Datum 3 december 2019
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 28 juni 2018, nummer RK 18/450, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend
door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.