Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/3.6.5:3.6.5 Devolutieve werking en bewijswaardering
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/3.6.5
3.6.5 Devolutieve werking en bewijswaardering
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS447540:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 24 december 1999 (GoudafLutz), NJ 2000, 428 m.nt. HJS (NL), rov. 3.4.1; HR 1 november 2002 (Sunmaster/Turenhout), NJ 2005, 281 (NL), rov. 3.4; HR 11 juni 2004 (UtimacofD&R), NJ 2005, 282 m.nt. HJS (NL), rov. 3.5 sub (i) en (ii).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In Nederlandse zaken heeft de Hoge Raad regels gegeven over devolutieve werking in situaties waarin de eerste rechter eerst een bewijsopdracht heeft verstrekt en vervolgens het bewijs heeft gewaardeerd.1 De regels gelden ook voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Hieronder onderscheid ik vier situaties en schrijf ik voor elk van die situaties een voorbeeld uit. Hierdoor zijn de regels, die wat abstract klinken, m.i. gemakkelijker te begrijpen.
Voorbeelden:
a. Eiser vordert nakoming van een overeenkomst. Gedaagde betwist de totstandkoming van de overeenkomst. De eerste rechter geeft bij tussenvonnis eiser de opdracht de totstandkoming van de overeenkomst te bewijzen. Bij eindvonnis acht hij eiser geslaagd in het bewijs, dus hij wijst de vordering toe.
Gedaagde komt in hoger beroep en richt alleen een grief tegen de bewijswaardering. De appelrechter acht de grief gegrond: het aan eiser (thans geïntimeerde) opgedragen bewijs acht hij niet geleverd. De appelrechter moet de (voor de appellant gunstige) beslissing over de bewijslastverdeling opnieuw beoordelen, voordat hij kan beslissen de vordering alsnog af te wijzen.
b. Eiser vordert nakoming van een overeenkomst. Gedaagde betwist de totstandkoming van de overeenkomst. De eerste rechter geeft bij tussenvonnis eiser de opdracht de totstandkoming van de overeenkomst te bewijzen. Bij eindvonnis acht hij eiser niet geslaagd in het bewijs, dus hij wijst de vordering af.
Eiser komt in hoger beroep en richt alleen een grief tegen de bewijswaardering. De appelrechter acht de grief gegrond: het aan eiser (thans appellant) opgedragen bewijs acht hij wel geleverd. De appelrechter behoeft de (voor de appellant ongunstige) beslissing over de bewijs-lastverdeling niet opnieuw te beoordelen, voordat hij kan beslissen de vordering alsnog toe te wijzen.
c. Eiser vordert nakoming van een overeenkomst. Gedaagde betwist de totstandkoming van de overeenkomst. De eerste rechter geeft bij tussenvonnis gedaagde de opdracht te bewijzen dat de overeenkomst niet tot stand is gekomen. Bij eindvonnis acht hij gedaagde geslaagd in het bewijs, dus hij wijst de vordering af.
Eiser komt in hoger beroep en richt alleen een grief tegen de bewijswaardering. De appelrechter acht de grief gegrond: het aan gedaagde (thans geïntimeerde) opgedragen bewijs acht hij niet geleverd. De appelrechter moet de (voor de appellant gunstige) beslissing over de bewijslastverdeling opnieuw beoordelen, voordat hij kan beslissen de vordering alsnog toe te wijzen.
d. Eiser vordert nakoming van een overeenkomst. Gedaagde betwist de totstandkoming van de overeenkomst. De eerste rechter geeft bij tussenvonnis gedaagde de opdracht te bewijzen dat de overeenkomst niet tot stand is gekomen. Bij eindvonnis acht hij gedaagde niet geslaagd in het bewijs, dus hij wijst de vordering toe.
Gedaagde komt in hoger beroep en richt alleen een grief tegen de bewijswaardering. De appelrechter acht de grief gegrond: het aan de gedaagde (thans appellant) opgedragen bewijs acht hij niet geleverd. De appelrechter behoeft de (voor de appellant ongunstige) beslissing over de bewijslastverdeling niet opnieuw te beoordelen, voordat hij kan beslissen de vordering alsnog af te wijzen.