Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/391
Art. 81 lid 1 RO. Kort geding. Executiegeschil over naleving van verplichting tot ontruiming van bedrijfsruimte op straffe van dwangsom.
HR 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:521
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/04270
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:521, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1064, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Kort geding. Executiegeschil over naleving van verplichting tot ontruiming van bedrijfsruimte op straffe van dwangsom.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/04270
Datum 8 april 2022
ARREST
In de zaak van
[de vrouw],wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [de vrouw],
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
[de man],wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [de man],
advocaat: A.H.M. van den Steenhoven.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
1.2
[de vrouw] en [de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.