RvdW 2022/655
Aanwezigheidsrecht, detentie uit anderen hoofde in Duitsland gebleken uit in cassatie overgelegd stuk. Hof heeft verstek verleend tegen niet verschenen verdachte. HR: Op gronden die zijn vermeld in CAG is middel terecht voorgesteld. CAG: Uit de aan de cassatieschriftuur gehechte stukken moet worden afgeleid dat verdachte t.t.v. behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep op 5 januari 2021 i.v.m. een andere zaak was gedetineerd. Gelet hierop is beslissing hof om tegen verdachte verstek te verlenen en onderzoek ttz. voort te zetten, achteraf bezien onjuist. Volgt vernietiging en terugwijzing.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/00625
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:916, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:584, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
Essentie
Aanwezigheidsrecht, detentie uit anderen hoofde in Duitsland gebleken uit in cassatie overgelegd stuk. Hof heeft verstek verleend tegen niet verschenen verdachte. HR: Op gronden die zijn vermeld in CAG is middel terecht voorgesteld. CAG: Uit de aan de cassatieschriftuur gehechte stukken moet worden afgeleid dat verdachte t.t.v. behandeling van zijn strafzaak in hoger beroep op 5 januari 2021 i.v.m. een andere zaak was gedetineerd. Gelet hierop is beslissing hof om tegen verdachte verstek te verlenen en onderzoek ttz. voort te zetten, achteraf bezien onjuist. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00625 ...