Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Artikel 26 bis Uit het Sociaal Klimaatfonds overgedragen middelen
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 30-06-2024.
- Bronpublicatie:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/955)
- Inwerkingtreding
05-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/955)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
De middelen die zijn overgedragen uit het bij Verordening (EU) 2023/955 van het Europees Parlement en de Raad (1) opgerichte Sociaal Klimaatfonds worden uitgevoerd overeenkomstig deze verordening en de bepalingen betreffende het fonds waarnaar de middelen worden overgedragen, en zijn definitief. Dergelijke middelen vormen externe bestemmingsontvangsten voor de toepassing artikel 21, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en vormen een aanvulling op de in artikel 110 van deze verordening bedoelde middelen.
2.
Wanneer de lidstaten de in lid 1 van dit artikel bedoelde middelen in gedeeld beheer uitvoeren, dienen zij overeenkomstig artikel 24 van deze verordening programmawijzigingen in die betrekking hebben op een of meer programma’s. De lidstaten plannen het gebruik van dergelijke middelen voor de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen die overeenkomstig artikel 6, lid 1, van deze verordening in de begroting van de Unie worden vastgelegd. Die middelen dragen bij tot de verwezenlijking van de relevante doelstellingen van het Sociaal Klimaatfonds als vastgelegd in artikel 3 van Verordening (EU) 2023/955 en worden gebruikt ter ondersteuning van de in artikel 8 van die verordening uiteengezette maatregelen en investeringen. Zij worden geprogrammeerd uit hoofde van een of meer specifieke prioriteiten die overeenkomen met een of meer specifieke doelstellingen van het fonds waarnaar de middelen worden overgedragen, en voor een of meer regiocategorieën, indien van toepassing, met vermelding van de jaarlijkse verdeling van de middelen. Zij worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de naleving van de in de fondsspecifieke voorschriften bepaalde vereisten inzake thematische concentratie.
3.
Indien de Commissie het verzoek van een lidstaat tot wijziging van een programma met betrekking tot een overdracht van middelen uit het Sociaal Klimaatfonds reeds heeft goedgekeurd, kan de lidstaat voor elke verdere overdracht van middelen in daaropvolgende jaren in plaats van een programmawijziging een kennisgeving van financiële tabellen indienen, mits de voorgestelde wijzigingen uitsluitend een verhoging van de financiële middelen en geen verdere wijziging van het programma behelzen.
4.
In afwijking van artikel 18 en artikel 86, lid 1, tweede alinea, van deze verordening worden de overeenkomstig dit artikel en artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2023/955 overgedragen middelen niet in aanmerking genomen voor de tussentijdse evaluatie en het flexibiliteitsbedrag.
5.
In afwijking van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 gaat de termijn waarna de Commissie de bedragen overeenkomstig artikel 105, lid 1, van deze verordening vrijmaakt, in met ingang van het jaar waarin de overeenkomstige begrotingsvastleggingen worden gedaan. Er worden geen middelen overgedragen naar programma’s in het kader van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ (Interreg).
Voetnoten
Verordening (EU) 2023/955 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot oprichting van een sociaal klimaatfonds en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060 (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 1).