Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Bijlage XXI Model voor het jaarlijkse auditverslag — artikel 81, lid 5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1. Inleiding
- 1.1.
Contactgegevens van het externe auditkantoor dat betrokken was bij de opstelling van het verslag.
- 1.2.
Referentieperiode (bijvoorbeeld 1 juli N-1 tot en met 30 juni N).
- 1.3.
Financieringsinstrument(en)/manda(a)t(en) en programma('s) waarop het auditverslag betrekking heeft. Financieringsovereenkomst waarop het verslag betrekking heeft (de ‘financieringsovereenkomst’).
2. Audit van de internecontrolesystemen die worden toegepast door de EIB/het EIF of andere internationale financiële instellingen
Resultaten van de externe audit van het interne controlesysteem van de EIB of andere internationale financiële instellingen (IFI's) waarvan een lidstaat aandeelhouder is, waarin de opzet en doeltreffendheid van dit interne controlesysteem zijn beoordeeld en de volgende elementen zijn opgenomen:
- 2.1.
Procedure voor mandaataanvaarding
- 2.2.
Procedure voor de beoordeling en selectie van financiële intermediairs: formele en kwaliteitsbeoordeling.
- 2.3.
Procedure voor de goedkeuring van transacties met financiële intermediairs en de ondertekening van financieringsovereenkomsten ter zake.
- 2.4.
Procedure voor het toezicht op financiële intermediairs in verband met:
- 2.4.1.
rapportage door financiële intermediairs;
- 2.4.2.
bijhouden van gegevens;
- 2.4.3.
betalingen aan eindontvangers;
- 2.4.4.
subsidiabiliteit van eindontvangers;
- 2.4.5.
door de financiële intermediairs aangerekende vergoedingen en kosten;
- 2.4.6.
voorschriften betreffende zichtbaarheid, transparantie en communicatie;
- 2.4.7.
toepassing van de voorschriften inzake staatssteun door de financiële intermediairs;
- 2.4.8.
gedifferentieerde behandeling van investeerders, in voorkomend geval;
- 2.4.9.
naleving van het toepasselijke Unierecht inzake witwassen van geld, terrorismefinanciering, belastingontwijking, belastingfraude of belastingontduiking.
- 2.5.
Systemen voor het verwerken van door de beheerautoriteit ontvangen betalingen.
- 2.6.
Systemen voor de berekening en betaling van bedragen in verband met beheerskosten en -vergoedingen.
- 2.7.
Systemen voor de verwerking van betalingen aan financiële intermediairs.
- 2.8.
Systemen voor de verwerking van rente en andere voordelen als gevolg van steun uit de fondsen aan financieringsinstrumenten
Voor de punten 2.1, 2.2 en 2.3 hoeft na de indiening van het eerste jaarlijkse auditverslag alleen informatie te worden verstrekt over de actualiseringen of wijzigingen van de bestaande procedures of regelingen.
- 2.9.
In het jaarlijkse auditverslag betreffende het laatste boekjaar moet naast de informatie in de punten 2.1 tot en met 2.8 ook informatie over de volgende punten worden opgenomen:
- 2.9.1.
Gedifferentieerde behandeling van investeerders
- 2.9.2.
Bereikte multiplicatorratio in vergelijking met de overeengekomen multiplicatorratio in de garantieovereenkomsten voor financieringsinstrumenten die garanties verstrekken;
- 2.9.3.
Gebruik van rente en andere voordelen die kunnen worden toegeschreven aan steun uit de fondsen aan financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 60;
- 2.9.4.
Gebruik van middelen die aan financieringsinstrumenten zijn terugbetaald en die kunnen worden toegeschreven aan de steun uit de fondsen, tot het einde van de subsidiabiliteitsperiode en regelingen voor het gebruik van die middelen na afloop van de subsidiabiliteitsperiode overeenkomstig artikel 62.
3. Conclusies van de audit
- 3.1.
Conclusie over de vraag of het externe auditkantoor redelijke zekerheid kan bieden over de opzet en doeltreffendheid van het door de EIB of andere IFI's ingestelde internecontrolesysteem waarvan een lidstaat aandeelhouder is, overeenkomstig de toepasselijke regels, aan de hand van de in deel 2 bedoelde elementen.
- 3.2.
Bevindingen en aanbevelingen die het resultaat zijn van de verrichte auditwerkzaamheden.
Bij de punten 3.1 en 3.2 moet worden uitgegaan van de resultaten van de auditwerkzaamheden bedoeld in deel 2, en in voorkomend geval moet rekening worden gehouden met de resultaten van andere nationale of Unie-auditwerkzaamheden die zijn verricht met betrekking tot dezelfde instantie die financieringsinstrumenten of hetzelfde mandaat voor de financieringsinstrumenten uitvoert.