| | | Criteria voor de vervulling van de randvoorwaarde |
---|
- 1.
Een competitiever en slimmer Europa door bevordering van een innovatieve en slimme economische transformatie en regionale
ICT-connectiviteit
| ontwikkelen en versterken van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit en invoeren van geavanceerde technologieën; ontwikkelen van vaardigheden voor slimme specialisatie, industriële transitie en ondernemerschap | - 1.1.
Goede governance van de nationale of regionale strategie voor slimme specialisatie
| Een strategie of strategieën voor slimme specialisatie wordt/worden ondersteund door: - 1.
actuele analyse van problemen met de verspreiding van innovatie en met digitalisering; - 2.
bestaan van bevoegde regionale of nationale instelling of instantie belast met het beheer van de strategie voor slimme specialisatie; - 3.
instrumenten voor monitoring en evaluatie om de voortgang te meten in de richting van de doelstellingen van de strategie; - 4.
functioneren van de samenwerking tussen belanghebbenden ("ondernemingsgezind ontdekkingsproces’); - 5.
acties die nodig zijn voor de verbetering van de nationale of regionale onderzoeks- en innovatiesystemen, waar passend; - 6.
waar relevant, acties om de industriële transitie te steunen; - 7.
maatregelen met het oog op betere samenwerking met partners buiten een bepaalde lidstaat in prioritaire gebieden die worden
gesteund door de strategie voor slimme specialisatie.
|
verbetering van de digitale connectiviteit | - 1.2.
Nationaal of regionaal breedbandplan
| Er is voorzien in een nationaal of regionaal breedbandplan met de volgende elementen: - 1.
een beoordeling van de investeringskloof die moet worden gedicht om ervoor te zorgen dat alle burgers van de Unie toegang
hebben tot netwerken met zeer hoge capaciteit , op basis van:
- a)
een recente inventarisatie van de bestaande particuliere en openbare infrastructuur en de kwaliteit van de dienstverlening op basis van standaardindicatoren
voor breedbandinventarisatie;
- b)
een raadpleging over geplande investeringen conform de staatssteunverplichtingen;
- 2.
de motivering van de geplande openbare interventie op basis van duurzame investeringsmodellen die: - a)
de betaalbaarheid en toegang tot open, hoogwaardige en toekomstbestendige infrastructuur en diensten verbeteren; - b)
de vormen van financiële bijstand aanpassen aan de vastgestelde tekortkomingen van de markt; - c)
een complementair gebruik van verschillende vormen van financiering uit Uniebronnen, nationale bronnen of regionale bronnen
mogelijk maken.
- 3.
maatregelen om de vraag te stimuleren, alsook het gebruik van netwerken met zeer hoge capaciteit, met inbegrip van acties
om de uitrol ervan te vergemakkelijken, met name door Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad doeltreffend uit te voeren;
- 4.
mechanismen voor technische bijstand en deskundig advies, zoals een adviesbureau voor breedband, om de capaciteiten van de
lokale belanghebbenden te versterken en projectpromotoren te adviseren;
- 5.
een monitoringmechanisme op basis van standaardindicatoren voor breedbandinventarisatie.
|
- 2.
Een groenere, koolstofarme transitie naar een koolstofneutrale economie en een veerkrachtig Europa door de bevordering van
een schone en rechtvaardige energietransitie, groene en blauwe investeringen, de circulaire economie, klimaatmitigatie en
-adaptatie, risicopreventie en risicobeheersing, en duurzame stedelijke mobiliteit
| bevorderen van energie-efficiëntie en verminderen van de uitstoot van broeikasgassen | - 2.1.
Strategisch beleidskader ter ondersteuning van op energie-efficiëntie gerichte renovatie van residentiële en niet-residentiële
gebouwen
| - 1.
Er is een nationale langetermijnrenovatiestrategie vastgesteld ter ondersteuning van de renovatie van het nationale bestand
van residentiële en niet-residentiële gebouwen, in overeenstemming met de eisen van Richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees
Parlement en de Raad . Deze strategie:
- a)
bevat indicatieve mijlpalen voor 2030, 2040 en 2050; - b)
biedt een indicatief overzicht van financiële middelen voor de uitvoering van de strategie; - c)
bevat definities van doeltreffende mechanismen voor de bevordering van investeringen in de renovatie van gebouwen.
- 2.
Maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie om de vereiste energiebesparingen te verwezenlijken.
|
bevorderen van energie-efficiëntie en verminderen van de uitstoot van broeikasgassen het bevorderen van hernieuwbare energie overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad , met inbegrip van de daarin vastgelegde duurzaamheidscriteria
| - 2.2.
Governance van de energiesector
| Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) 2018/1999 en in overeenstemming met de doelstellingen inzake broeikasgasemissiereductie
op lange termijn in het kader van de Overeenkomst van Parijs wordt de Commissie in kennis gesteld van het geïntegreerde nationale
energie- en klimaatplan, met onder meer:
- 1.
alle verplichte elementen van het model in bijlage I bij Verordening (EU) 2018/1999; - 2.
een overzicht van de geplande financiële middelen en mechanismen voor maatregelen ter bevordering van koolstofarme energie.
|
het bevorderen van hernieuwbare energie overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/2001, met inbegrip van de daarin vastgelegde duurzaamheidscriteria | - 2.3.
Doeltreffende bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie in alle sectoren en in de hele Unie
| Er is voorzien in maatregelen om te zorgen voor: - 1.
het naleven van het bindende nationale streefcijfer voor hernieuwbare energie voor 2020 en handhaving van dit aandeel hernieuwbare
energie als referentieaandeel tot 2030, of de vaststelling van extra maatregelen indien het referentieaandeel gedurende een
periode van een jaar niet wordt gehandhaafd overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/2001 en Verordening (EU) 2018/1999;
- 2.
een toename van het aandeel hernieuwbare energie in de verwarmings- en koelingssector conform artikel 23 van Richtlijn (EU)
2018/2001, zulks overeenkomstig de vereisten van Richtlijn (EU) 2018/2001 en Verordening (EU) 2018/1999.
|
het bevorderen van aanpassing aan klimaatverandering, rampenrisicopreventie en veerkracht, rekening houdend met op ecosystemen
gebaseerde benaderingen
| - 2.4.
Effectief risicobeheerskader voor rampen.
| Er is voorzien in een nationaal of regionaal rampenrisicobeheersplan, dat is opgesteld op basis van risicobeoordelingen, terdege
rekening houdend met de waarschijnlijke gevolgen van klimaatverandering en de bestaande klimaatadaptatiestrategieën, en dat
plan omvat:
- 1.
een beschrijving van de belangrijkste risico's, beoordeeld in overeenstemming met artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1313/2013/EU
van het Europees Parlement en de Raad , die het huidige en evoluerende risicoprofiel weergeeft binnen een indicatieve tijdsspanne van 25 tot 35 jaar. Voor de beoordeling
van de klimaatrisico's zal worden gekeken naar prognoses en scenario's inzake klimaatverandering;
- 2.
een beschrijving van de maatregelen inzake rampenpreventie, -paraatheid en -respons om de voornaamste risico's te ondervangen.
De prioriteitsvolgorde van de maatregelen hangt af van de risico's en de economische gevolgen daarvan, capaciteitstekorten
, doeltreffendheid en doelmatigheid, waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke alternatieven;
- 3.
informatie over de financiële middelen en mechanismen die voorhanden zijn om de werkings- en onderhoudskosten in verband met
preventie, paraatheid en respons te dekken.
|
bevorderen van de toegang tot water en van duurzaam waterbeheer | - 2.5.
Bijgewerkte planning voor de vereiste investeringen in de water- en afvalwatersectoren
| Voor iedere sector apart of voor beide sectoren samen is voorzien in een nationaal investeringsplan en dit omvat: - 1.
een beoordeling van de huidige stand van de uitvoering van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad en van Richtlijn 98/83/EG van de Raad ;
- 2.
de vaststelling en de planning van eventuele overheidsinvesteringen, inclusief een indicatieve financiële raming: - a)
benodigd voor de uitvoering van Richtlijn 91/271/EEG, met inbegrip van een prioritering met betrekking tot de omvang van de
agglomeraties en de milieugevolgen, waarbij de investeringen worden uitgesplitst per afvalwateragglomeratie;
- b)
benodigd voor de uitvoering van Richtlijn 98/83/EG; - c)
benodigd om te voldoen aan de behoeften die voortvloeien uit Richtlijn (EU) 2020/2184 , met name wat betreft de herziene, in bijlage I bij die richtlijn bepaalde kwaliteitsparameters;
- 3.
een raming van de investeringen die nodig zijn om de bestaande afvalwater- en watervoorzieningsinfrastructuur te vernieuwen,
met inbegrip van de netwerken, op basis van hun leeftijd en afschrijvingsplannen;
- 4.
een indicatie van mogelijke bronnen van overheidsfinanciering, indien dat nodig is ter aanvulling van de gebruikersrechten.
|
bevorderen van de overgang naar een circulaire en hulpbronnenefficiënte economie | - 2.6.
Bijgewerkte planning voor afvalbeheer
| Er is voorzien in één of meer afvalbeheerplannen als bedoeld in artikel 28 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement
en de Raad ; deze hebben betrekking op het hele grondgebied van de lidstaat en bevatten:
- 1.
een analyse van de bestaande situatie inzake afvalbeheer in het betrokken geografisch gebied, met inbegrip van soort, hoeveelheid
en bron van de geproduceerde afvalstoffen en een evaluatie van de ontwikkeling van de afvalstromen in de toekomst, rekening
houdend met de verwachte gevolgen van maatregelen in het kader van afvalpreventieprogramma's die zijn opgezet in overeenstemming
met artikel 29 van Richtlijn 2008/98/EG;
- 2.
een beoordeling van de bestaande regelingen voor afvalinzameling, inclusief de materiële en territoriale dekking van gescheiden
inzameling en maatregelen om de werking ervan te verbeteren, alsook de behoefte aan nieuwe inzamelingsregelingen;
- 3.
een beoordeling van de investeringskloof waaruit de noodzaak van de sluiting van bestaande afvalinstallaties en de behoefte
aan aanvullende of aangepaste infrastructuur voor afvalbeheer blijken, met informatie over de bronnen van inkomsten ter dekking
van de werkings- en onderhoudskosten;
- 4.
informatie over locatiecriteria voor de keuze van toekomstige locaties en capaciteit van toekomstige afvalverwerkingsinstallaties.
|
het verbeteren van de bescherming en het behoud van natuur, biodiversiteit en groene infrastructuur, ook in stedelijke gebieden,
en het verminderen van alle vormen van verontreiniging;
| - 2.7.
Kader voor prioritaire actie voor de nodige instandhoudingsmaatregelen waar medefinanciering van de Unie aan te pas komt.
| Voor interventies ter ondersteuning van natuurbeschermingsmaatregelen in verband met Natura 2000-gebieden die binnen het toepassingsgebied
van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad vallen:
Er is voorzien in een prioritair actiekader overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 92/43/EEG dat alle elementen omvat die
benodigd zijn conform het door de Commissie en de lidstaten overeengekomen model voor het prioritaire actiekader voor 2021–2027,
met inbegrip van de vaststelling van de prioritaire maatregelen en een raming van de financieringsbehoeften.
|
- 3.
Een meer verbonden Europa door een betere mobiliteit
| ontwikkeling van een klimaatbestendige, intelligente, beveiligde, duurzame en intermodale TEN-T Ontwikkelen en versterken van duurzame, klimaatbestendige, intelligente en intermodale nationale, regionale en lokale mobiliteit,
met inbegrip van een verbeterde toegang tot TEN-T en grensoverschrijdende mobiliteit
| - 3.1.
Uitgebreide vervoersplanning op het passende niveau
| Er is voorzien in een multimodale inventarisatie van bestaande en geplande infrastructuur (uitgezonderd infrastructuur op
lokaal niveau) tot 2030 die:
- 1.
een economische beoordeling van de geplande investeringen omvat, op grond van een analyse van de vraag en verkeersmodellering,
waarbij rekening moet worden gehouden met het verwachte effect van de openstelling van de markt voor spoorwegdiensten;
- 2.
aansluit bij de vervoersgerelateerde onderdelen van het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan; - 3.
investeringen omvat in de TEN-T-kernnetwerkcorridors, als omschreven in de CEF-verordening, conform de diverse werkplannen
voor de TEN-T-kernnetwerkcorridors;
- 4.
ervoor zorgt dat investeringen buiten de TEN-T-kernnetwerkcorridors, onder meer in grensoverschrijdende tracés, complementair
zijn door de stedelijke netwerken, regio's en lokale gemeenschappen voldoende connectiviteit met het TEN-T-kernnetwerk en
-knooppunten te bieden;
- 5.
zorgt voor de interoperabiliteit van het spoorwegnet en, waar relevant, voorziet in verslaglegging over de uitrol van ERTMS
overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/6 ;
- 6.
de multimodaliteit bevordert en de behoeften inzake multimodale of overslagterminals voor goederen- en passagiersvervoer in
kaart brengt;
- 7.
voor infrastructuurplanning relevante maatregelen omvat die gericht zijn op het bevorderen van alternatieve brandstoffen,
conform de toepasselijke nationale beleidskaders;
- 8.
de resultaten van de beoordeling van verkeersveiligheidsrisico's presenteert in overeenstemming met de bestaande nationale
verkeersveiligheidsstrategieën, waarbij de betrokken wegen en tracés in kaart worden gebracht en de overeenkomstige investeringen
worden geprioriteerd;
- 9.
informatie geeft over de financieringsmiddelen die overeenkomen met de geplande investeringen en die nodig zijn om de werkings-
en onderhoudskosten van de bestaande en geplande infrastructuur te dekken.
|
- 4.
Een socialer en inclusiever Europa door de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten
| verbeteren van de doeltreffendheid en inclusiviteit van de arbeidsmarkten en de toegang tot hoogwaardige werkgelegenheid door
het ontwikkelen van sociale infrastructuur en het bevorderen van een sociale economie
verbeteren van de toegang tot werk en activeringsmaatregelen voor alle werkzoekenden — en vooral jongeren (met name met behulp
van de jongerengarantie), voor langdurig werklozen en kansarme groepen op de arbeidsmarkt en voor inactieven alsmede door
het bevorderen van zelfstandig ondernemerschap en de sociale economie
modernisering van arbeidsmarktinstellingen en -diensten om de behoeften aan vaardigheden te beoordelen en erop te anticiperen,
en te zorgen voor tijdige en op maat gesneden hulp en ondersteuning voor aansluiting op de arbeidsmarkt, loopbaanveranderingen
en mobiliteit
| - 4.1.
Strategisch beleidskader voor een actief arbeidsmarktbeleid
| Er is voorzien in een strategisch beleidskader voor een actief arbeidsmarktbeleid in het licht van de werkgelegenheidsrichtsnoeren;
dit omvat:
- 1.
regelingen voor de profilering van werkzoekenden en de beoordeling van hun behoeften; - 2.
informatie over vacatures en arbeidsmogelijkheden, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften op de arbeidsmarkt; - 3.
regelingen om te waarborgen dat het ontwerp, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie ervan gebeuren in nauwe samenwerking
met relevante belanghebbenden;
- 4.
regelingen voor monitoring, evaluatie en herziening van actief arbeidsmarktbeleid; - 5.
wat werkgelegenheidsmaatregelen voor jongeren betreft, empirisch onderbouwde en gerichte trajecten voor jongeren die geen
baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, met inbegrip van maatregelen om hen beter te bereiken en op basis van kwaliteitseisen,
rekening houdend met criteria voor kwaliteitsvolle leerplaatsen en stages, onder meer in de context van de uitvoering van
de jongerengarantieregelingen.
|
verbeteren van de doeltreffendheid en inclusiviteit van de arbeidsmarkten en de toegang tot hoogwaardige werkgelegenheid door
het ontwikkelen van sociale infrastructuur en het bevorderen van een sociale economie
bevorderen van een genderevenwichtige arbeidsmarktparticipatie en een betere balans tussen werk en privéleven, onder meer
door toegang tot kinderopvang en zorg voor afhankelijke personen
| - 4.2.
Nationaal strategisch kader voor gendergelijkheid
| Er is voorzien in een nationaal strategisch beleidskader voor gendergelijkheid en dat omvat: - 1.
een empirisch onderbouwd overzicht van de uitdagingen op het gebied van gendergelijkheid; - 2.
maatregelen om de genderkloof op het gebied van werkgelegenheid, bezoldiging en pensioenen aan te pakken en een evenwicht
tussen werk en privéleven voor vrouwen en mannen te bevorderen, onder meer door betere toegang tot voor- en vroegschoolse
educatie en opvang, met streefdoelen, met inachtneming van de rol en de autonomie van de sociale partners;
- 3.
regelingen voor monitoring, evaluatie en herziening van het strategische beleidskader en de methoden voor gegevensverzameling
op basis van naar geslacht uitgesplitste gegevens;
- 4.
regelingen om te waarborgen dat het ontwerp, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie ervan gebeuren in nauwe samenwerking
met relevante belanghebbenden, waaronder organen voor gelijke kansen, sociale partners en maatschappelijke organisaties.
|
verbeteren van gelijke toegang tot inclusieve en hoogwaardige diensten op het gebied van onderwijs, opleiding en een leven
lang leren door het ontwikkelen van infrastructuur, onder meer door het vergroten van de veerkracht van onderwijs en opleiding
op afstand en online
verbeteren van de kwaliteit, de doeltreffendheid en de relevantie voor de arbeidsmarkt van onderwijs- en opleidingsstelsels,
onder meer door validatie van niet-formeel en informeel leren om de verwerving van sleutelcompetenties, zoals ondernemers-
en digitale vaardigheden, te ondersteunen, alsook het bevorderen van de introductie van duale opleidingsstelsels en leerlingplaatsen
bevorderen van een leven lang leren, in het bijzonder flexibele bij- en herscholingsmogelijkheden voor iedereen op het gebied
van ondernemers- en digitale vaardigheden, beter anticiperen op veranderingen en nieuwe vereisten inzake vaardigheden op basis
van de behoeften van de arbeidsmarkt, versoepelen van loopbaanovergangen en bevorderen van beroepsmobiliteit
bevorderen van de gelijke toegang tot en de voltooiing van kwaliteitsvolle en inclusieve educatie en opleiding — in het bijzonder
voor kansarme groepen — vanaf voor- en vroegschoolse educatie en opvang via algemeen onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding
tot tertiair niveau, evenals volwasseneneducatie en -opleiding, onder meer door de leermobiliteit voor iedereen te vergemakkelijken
en toegankelijkheid voor personen met een beperking
| - 4.3.
Strategisch beleidskader voor de onderwijs- en opleidingsstelsels op alle niveaus.
| Er is voorzien in een nationaal of regionaal strategisch beleidskader voor het onderwijs- en opleidingsstelsel en dit omvat: - 1.
empirisch onderbouwde systemen voor het anticiperen op en voorspellen van vaardigheden; - 2.
mechanismen voor het volgen van afgestudeerden en diensten voor hoogwaardige en doeltreffende begeleiding voor lerenden van
alle leeftijden;
- 3.
maatregelen om te zorgen voor gelijke toegang tot, deelname aan en voltooiing van kwaliteitsvolle, betaalbare, relevante,
niet-gesegregeerde en inclusieve onderwijs- en opleidingstrajecten en de verwerving van sleutelcompetenties op alle niveaus,
met inbegrip van het hoger onderwijs;
- 4.
een coördinatiemechanisme voor alle onderwijs- en opleidingsniveaus, met inbegrip van het hoger onderwijs, en een duidelijke
toewijzing van verantwoordelijkheden aan de betrokken nationale en/of regionale instanties;
- 5.
regelingen voor monitoring, evaluatie en herziening van het strategische beleidskader; - 6.
maatregelen gericht op laaggeschoolde en laaggekwalificeerde volwassenen en mensen uit kansarme sociaal-economische milieus,
alsook bijscholingstrajecten;
- 7.
maatregelen om leerkrachten, opleiders en academisch personeel te ondersteunen met passende leermethoden, beoordeling en validering
van sleutelcompetenties;
- 8.
maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van lerenden en personeel en van grensoverschrijdende samenwerking tussen aanbieders
van onderwijs en opleidingen, onder meer door de erkenning van leerresultaten en kwalificaties.
|
het bevorderen van de sociaal-economische inclusie van gemarginaliseerde gemeenschappen, huishoudens met een laag inkomen
en achterstandsgroepen, waaronder mensen met speciale behoeften, door middel van geïntegreerde acties met betrekking tot onder
meer huisvesting en sociale diensten
het bevorderen van actieve inclusie met het oog op gelijke kansen, non-discriminatie en actieve participatie, en het verbeteren
van de inzetbaarheid, met name voor kansarme groepen
| - 4.4.
Nationaal strategisch beleidskader voor sociale inclusie en armoedebestrijding
| Er is voorzien in een nationaal of regionaal strategisch beleidskader of wettelijk kader voor sociale inclusie en armoedebestrijding;
dit omvat de volgende maatregelen:
- 1.
een empirisch onderbouwde diagnose van armoede en sociale uitsluiting, met inbegrip van kinderarmoede, met name wat betreft
gelijke toegang tot hoogwaardige diensten voor kinderen in kwetsbare situaties, dakloosheid, ruimtelijke segregatie, segregatie
in het onderwijs, beperkte toegang tot essentiële diensten en infrastructuur, en de specifieke behoeften van kwetsbare personen
van alle leeftijden;
- 2.
maatregelen ter voorkoming en bestrijding van segregatie op alle gebieden, onder meer sociale bescherming, inclusieve arbeidsmarkten
en toegang tot hoogwaardige diensten voor kwetsbare personen, onder wie migranten en vluchtelingen;
- 3.
maatregelen voor de overgang van institutionele zorg naar gezins- en gemeenschapsgebonden zorg; - 4.
regelingen om te waarborgen dat het ontwerp, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie ervan gebeuren in nauwe samenwerking
met relevante belanghebbenden, waaronder sociale partners en relevante maatschappelijke organisaties.
|
bevorderen van de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma | - 4.5.
Nationaal strategisch beleidskader voor de integratie van de Roma
| Er bestaat een nationaal strategisch beleidskader voor de integratie van de Roma, en dat omvat: - 1.
maatregelen om de integratie van de Roma te bespoedigen, en segregatie te voorkomen en uit te bannen, rekening houdend met
de genderdimensie en de situatie van jonge Roma, waarbij een referentiescenario en meetbare mijlpalen en streefdoelen worden
vastgelegd;
- 2.
regelingen voor monitoring, evaluatie en herziening van de maatregelen voor de integratie van de Roma; - 3.
regelingen voor het mainstreamen van de integratie van de Roma op lokaal en regionaal niveau; - 4.
regelingen om te waarborgen dat het ontwerp, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie ervan gebeuren in nauwe samenwerking
met de maatschappelijke Roma-organisaties en alle andere belanghebbenden, ook op regionaal en lokaal niveau.
|
zorgen voor gelijke toegang tot gezondheidszorg en het vergroten van de veerkracht van gezondheidsstelsels, waaronder eerstelijnshulp
en het bevorderen van de overgang van institutionele naar gezins- en gemeenschapsgebonden zorg
verbeteren van gelijke en tijdige toegang tot hoogwaardige, duurzame, toegankelijke betaalbare diensten, met inbegrip van
diensten die de toegang tot huisvesting en persoonsgerichte zorg waaronder gezondheidszorg bevorderen; moderniseren van socialezekerheidsstelsels,
onder meer door de toegang tot sociale bescherming te bevorderen, met bijzondere aandacht voor kinderen en kansarme groepen
verbeteren van de toegankelijkheid voor onder meer personen met een handicap, de doeltreffendheid en de veerkracht van de
stelsels voor gezondheidszorg en langdurige zorg
| - 4.6.
Strategisch beleidskader voor gezondheidszorg en langdurige zorg
| Er is voorzien in een nationaal of regionaal strategisch beleidskader inzake gezondheid dat het volgende omvat: - 1.
inventarisatie van de behoeften inzake gezondheidszorg en langdurige zorg, ook wat betreft medisch personeel en zorgpersoneel,
met het oog op duurzame en gecoördineerde maatregelen;
- 2.
maatregelen om ervoor te zorgen dat gezondheidszorg en langdurige zorg efficiënt, duurzaam, toegankelijk en betaalbaar zijn,
met bijzondere nadruk op personen die buiten de stelsels voor gezondheidszorg en langdurige zorg vallen, onder wie de personen
die het moeilijkst te bereiken zijn;
- 3.
maatregelen ter bevordering van gemeenschaps- en gezinsgebonden zorg door de-institutionalisering, met inbegrip van preventie,
eerstelijnszorg, thuiszorg en gemeenschapsgebonden diensten.
|