Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/256
Goederenrecht. Ontbreken geldige titel voor overdracht (art. 3:84 lid 1 BW); uitleg dictum. Vervolg op HR 5 februari 2021, NJ 2021/54.
HR 01-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:299
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2024
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/04357
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:299, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:852, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑09‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2022
- Wetingang
Art. 3:84 BW
Essentie
Goederenrecht. Ontbreken geldige titel voor overdracht (art. 3:84 lid 1 BW); uitleg dictum. Vervolg op HR 5 februari 2021, NJ 2021/54.
Samenvatting
Het oordeel van het hof dat enkel de industriewaterleidingen zijn verkocht en niet ook de drinkwaterleidingen, betekent dat aan de levering van de drinkwaterleidingen geen (geldige) titel ten grondslag ligt en dat die levering dus niet tot overdracht van de drinkwaterleidingen heeft geleid (art. 3:84 lid 1 BW). Het door het hof bekrachtigde dictum van het vonnis van de rechtbank moet daarom aldus worden uitgelegd dat onder ‘teruglevering’ moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.