RvdW 2024/281:Herziening. Vernieling van auto, art. 350 lid 1 Sr. Aangevoerd wordt dat Pr aanvrager zou hebben ontslagen van alle rechtsvervolging indien hij ermee bekend zou zijn geweest dat sprake was van ernstig vermoeden van psychiatrische stoornis bij aanvrager voorafgaand aan en t.t.v. plegen van tlgd. feit. Art. 457 lid 1 sub c Sv. HR: Op gronden vermeld in CAG moet het in aanvraag aangevoerde worden aangemerkt als gegeven a.b.i. art. 457 lid 1 sub c Sv. CAG: Bij aanvraag tot herziening gevoegde gegevens schetsen beeld van (verstoorde) geestestoestand van aanvrager in periode van en rondom pleegdatum en stukken leveren aanwijzingen op dat aanvrager t.t.v. bewezenverklaard delict lijdende was aan psychiatrische stoornis. Het is in zekere mate waarschijnlijk dat rechter (bij bekendheid met deze gegevens) zou hebben geoordeeld dat delict de aanvrager wegens psychische stoornis niet kan worden toegerekend. HR verklaart aanvraag gegrond en verwijst zaak naar hof.