Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/257
Verbintenissenrecht. Beëindiging van kredietovereenkomst door bank. Toewijzing van vorderingen in dictum die niet aansluit bij overwegingen. Hoge Raad doet zelf de zaak af.
HR 01-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:298
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/03578
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:298, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1163, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑12‑2023
Essentie
Verbintenissenrecht. Beëindiging van kredietovereenkomst door bank. Toewijzing van vorderingen in dictum die niet aansluit bij overwegingen. Hoge Raad doet zelf de zaak af.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/03578
Datum 1 maart 2024
ARREST
In de zaak van
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Rabobank,
advocaat: T.T. van Zanten,
tegen
HOBO HI-FI HOLDING B.V.,
gevestigd te Geldermalsen,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Hobo Holding,
advocaat: M.A.M. Wagemakers.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Feiten
1.1
Ik geef hierna de feiten slechts in beperkte mate weer. Voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.