Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/227
Procesrecht. Art. 23 Rv. Uitleg van vorderingen bij uittreding uit coöperatie. Hoge Raad doet zaak zelf af. Samenhang met RvdW 2024/224.
HR 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:242
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03229
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:242, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:911, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑10‑2023
Essentie
Procesrecht. Art. 23 Rv. Uitleg van vorderingen bij uittreding uit coöperatie. Hoge Raad doet zaak zelf af. Samenhang met RvdW 2024/224.
Partij(en)
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISER tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep,
hierna: [eiser],
advocaat: D.M. de Knijff,
tegen
DRENTS OVERIJSSELSE COÖPERATIE KAAS U.A.,
gevestigd te Hoogeveen,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep,
hierna: DOC Kaas,
advocaat: L.V. van Gardingen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Assink:
1. Feiten
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten, ontleend aan rov. 3.1-3.20 van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.