Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/231
Vrijspraak mensenhandel. Uitleg art. 273f Sr. In oordeel hof ligt een te beperkte opvatting over (oogmerk van) uitbuiting besloten.
HR 13-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:156
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/05187
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:156, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1029, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2022
- Wetingang
Art. 273f lid 1 Sr
Essentie
OM-cassatie tegen vrijspraak van mensenhandel. Uitleg art. 273f lid 1 Sr. Het oordeel van het hof dat het bij arbeidsuitbuiting ‘niet slechts [gaat] om slecht werkgeverschap, maar om een excessieve situatie’ geeft blijk van een te beperkte opvatting over (het oogmerk van) uitbuiting.
Samenvatting
OM-cassatie. Het middel komt op tegen de vrijspraak van mensenhandel als bedoeld in art. 273f Sr.
De Hoge Raad stelt voorop hetgeen is overwogen in HR 27oktober 2009, NJ 2010/598, m.nt. Y. Buruma over de uitleg van het bestanddeel ‘uitbuiting’ en herhaalt dat ‘uitbuiting’ moet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.