Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/802
Niet-ontvankelijkheid in appel cfm art. 416 lid 2 Sv na verlenen verlof cfm art. 410a Sv.
HR 29-05-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BW5169
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 2012
- Magistraten
Mrs A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
11/01446
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- LJN
BW5169
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BW5169, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW5169, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑06‑2011
- Wetingang
Essentie
Ook nadat de Voorzitter op de voet van art. 410a Sv "verlof" heeft verleend tot de behandeling van de zaak in hoger beroep, kan de verdachte nadien nog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn appel op de in art. 416 lid 2 Sv voorziene grond dat de verdachte noch bij schriftuur noch ter terechtzitting van het hof zijn bezwaren tegen het vonnis waarvan beroep heeft opgegeven.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 4 februari 2011, nummer 24/002599-10, in de strafzaak tegen: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.