Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/770
Vaststelling Nederlanderschap ex art. 17 Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN); begrip ‘belanghebbende’ in zin van art. 18 lid 2 RWN; maatstaf.
HR 25-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9961
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 mei 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/03822
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BV9961
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV9961, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV9961, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑08‑2011
- Wetingang
Essentie
Vaststelling Nederlanderschap ex art. 17 Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN); begrip ‘belanghebbende’ in zin van art. 18 lid 2 RWN; maatstaf.
Tegen de uitspraak op het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap staat ingevolge art. 18 lid 2 RWN beroep in cassatie open voor belanghebbenden. De RWN bepaalt echter niet wie als belanghebbende kan worden aangemerkt. Blijkens de wetsgeschiedenis zijn op de procedure als de onderhavige die wordt ingeleid met een verzoekschrift de regels van art. 261 e.v. Rv. van toepassing, waarin evenmin in het algemeen is bepaald wie als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.