Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/789
Salduz en ad informandum gevoegde feiten.
HR 22-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW6174
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. Van Schendel, B.C. De Savornin Lohman, W.F. Groos, Y. Buruma, J. Wortel
- Zaaknummer
11/00394
- Conclusie
A-G mr. E.J.Hofstee
- LJN
BW6174
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW6174, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW6174, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2011
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Salduz en ad informandum gevoegde feiten. Indien de verdachte aanwezig is ter terechtzitting moet hij het ad informandum gevoegde feit ten overstaan van de rechter erkennen alvorens het kan worden meegewogen bij de strafoplegging. Dan is niet van belang of de Salduz-voorschriften zijn nageleefd bij het verhoor door de politie. Bij afwezigheid van de verdachte ter terechtzitting kan met een elders gedane erkenning worden volstaan, bijvoorbeeld in een verklaring bij de politie, ook al is niet aan de Salduz-voorschriften voldaan. Indien een gemachtigd raadsman ter terechtzitting optreedt, gelden de regels die toepasselijk zijn in het geval de verdachte niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.