Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/772
Cassatie. Gebrek cassatiedagvaarding wegens ontbreken middelen; niet-ontvankelijkheid?; herstelexploot mogelijk na afloop cassatietermijn?
HR 25-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9604
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 mei 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
11/00761
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- LJN
BV9604
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV9604, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV9604, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Cassatie. Gebrek cassatiedagvaarding wegens ontbreken middelen; niet-ontvankelijkheid?; herstelexploot mogelijk na afloop cassatietermijn?
Art. 407 lid 2 Rv. bepaalt dat de cassatiedagvaarding de omschrijving van de middelen behelst waarop het beroep steunt. Het ontbreken van middelen is een gebrek dat, behoudens bijzondere omstandigheden, niet vatbaar is voor herstel na het einde van de cassatietermijn, ook niet langs de weg van art. 120 Rv. (HR 23 mei 2003, NJ 2003/602).
Samenvatting
In dit geding hebben eisers tot cassatie op 19 januari 2011, de laatste dag van de cassatietermijn, cassatieberoep ingesteld tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.