RvdW 2024/240:Mishandeling, art. 300 lid 1 Sr. Strafmotivering (voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en taakstraf van 30 uren) meervoudige kamer hof opgenomen in p-v van tz. in hoger beroep, waarnaar wordt verwezen in verkort arrest, terwijl onmiddellijk uitspraak wordt gedaan. Kon hof de redenen die straf hebben bepaald niet in arrest maar in p-v van tz. in h.b. opgeven? Art. 327a en 359 lid 5 Sv. Hof heeft in zijn arrest volstaan met enkele vermelding dat de in p-v van tz. opgenomen motivering van strafoplegging ‘als hier herhaald en ingelast’ wordt beschouwd. Hof heeft daarmee niet voldaan aan vereiste van art. 359 lid 5 Sv dat arrest de redenen opgeeft die straf hebben bepaald of tot maatregel hebben geleid. Dat die redenen in arrest worden opgenomen, zonder daarbij verwijzing naar p-v van tz. te hanteren, is van belang omdat, gelet op regeling van art. 327a Sv, op het moment dat arrest wordt gewezen (volledig) p-v van tz. (nog) niet beschikbaar hoeft te zijn. In deze zaak ontbreekt echter voldoende belang bij vernietiging van bestreden uitspraak, omdat voor verdachte de redenen voor strafoplegging wel kenbaar zijn (geworden) uit opgemaakt p-v van tz. en namens verdachte geen klacht is aangevoerd tegen inhoud van deze strafmotivering. Volgt verwerping.