Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/295
Familierecht. Procesrecht. Omgangsrecht; kan minderjarige in door ouder of andere belanghebbende ingesteld hoger beroep inzake omgangsregeling op voet art. 1:377g BW (informele rechtsingang) wensen over omgang kenbaar maken?; beoordeling omgang in volle omvang?
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:321
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00616
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS190924:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:321, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1180, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑02‑2019
- Wetingang
Art. 1:377g BW; art. 809 Rv
Essentie
Familierecht. Procesrecht. Omgangsrecht; kan minderjarige in door ouder of andere belanghebbende ingesteld hoger beroep inzake omgangsregeling op voet art. 1:377g BW (informele rechtsingang) wensen over omgang kenbaar maken?; beoordeling omgang in volle omvang?
Samenvatting
Art. 1:377g BW houdt in dat de rechter, indien blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt, ambtshalve een beslissing kan geven op de voet van art. 1:377a BW (omgang) of art. 1:377b BW (informatie en consultatie), dan wel zodanige beslissing op de voet van art. 1:377e BW kan wijzigen. Hetzelfde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.