Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/306
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet; art. 7:678 (oud) BW. Motiveringsklachten.
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:314
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00112
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:314, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1322, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet; art. 7:678 (oud) BW. Motiveringsklachten.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/00112
Datum 21 februari 2020
ARREST
In de zaak van
[eiser], wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser] ,
advocaat: M.J. van Basten Batenburg,
tegen
[verweerster] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaten: J.P. Heering en J.L. Luiten.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
Deze zaak gaat over het ontslag op staande voet van [eiser] door [verweerster] naar oud recht (zoals ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.