RvdW 2020/328:Beklag, beslag onder (kandidaat)notaris ex art. 98 Sv op geheimhouderstukken in het kader van strafrechtelijk onderzoek naar verdenking t.a.v. de klagers (niet-naleving meldingsplicht ongebruikelijke transactie) en drie andere personen (witwassen). Verschoningsrecht, art. 218 Sv. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2014/12, NJ 2014/476, en NJ 2016/378 m.b.t. te volgen procedure wanneer verschoningsgerechtigde zich op standpunt stelt dat geheimhouderstukken geen voorwerp van strafbaar feit uitmaken en evenmin tot begaan daarvan hebben gediend en kennisneming daarvan zou leiden tot schending van beroepsgeheim. Oordeel Rb. dat zich noodzaak voordeed om voor beoordeling van klaagschrift kennis te nemen van desbetreffende stukken, is niet onjuist en niet onbegrijpelijk.

RvdW 2020/328

Beklag, beslag onder (kandidaat)notaris ex art. 98 Sv op geheimhouderstukken in het kader van strafrechtelijk onderzoek naar verdenking t.a.v. de klagers (niet-naleving meldingsplicht ongebruikelijke transactie) en drie andere personen (witwassen). Verschoningsrecht, art. 218 Sv. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2014/12, NJ 2014/476, en NJ 2016/378 m.b.t. te volgen procedure wanneer verschoningsgerechtigde zich op standpunt stelt dat geheimhouderstukken geen voorwerp van strafbaar feit uitmaken en evenmin tot begaan daarvan hebben gediend en kennisneming daarvan zou leiden tot schending van beroepsgeheim. Oordeel Rb. dat zich noodzaak voordeed om voor beoordeling van klaagschrift kennis te nemen van desbetreffende stukken, is niet onjuist en niet onbegrijpelijk.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Beklag, beslag onder (kandidaat)notaris ex art. 98 Sv op geheimhouderstukken in het kader van strafrechtelijk onderzoek naar verdenking t.a.v. de klagers (niet-naleving meldingsplicht ongebruikelijke transactie) en drie andere personen (witwassen). Verschoningsrecht, art. 218 Sv. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2014/12, NJ 2014/476, en NJ 2016/378 m.b.t. te volgen procedure wanneer verschoningsgerechtigde zich op standpunt stelt dat geheimhouderstukken geen voorwerp van strafbaar feit uitmaken en evenmin tot begaan daarvan hebben gediend en kennisneming daarvan zou leiden tot schending van beroepsgeheim. Oordeel Rb. dat zich noodzaak voordeed om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.