Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/315
Onrechtmatig onderzoek smartphone: hof kon volstaan met constatering vormverzuim.
HR 18-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:123
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
18/02529
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:123, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1121, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2018
- Wetingang
Art. 359a Sv
Essentie
Onrechtmatig onderzoek smartphone: hof kon volstaan met constatering vormverzuim.
Het hof kon oordelen dat aan het tot uitgangspunt genomen vormverzuim (onrechtmatig onderzoek aan de smartphones van de verdachte) geen rechtsgevolgen hoeven te worden verbonden. De enkele omstandigheid dat een 'meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte is gemaakt' betekent immers nog niet dat bewijsuitsluiting noodzakelijk is als middel om toekomstige vergelijkbare vormverzuimen te voorkomen.
Samenvatting
Het hof heeft tot uitgangspunt genomen dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek als bedoeld in art. 359a Sv, en heeft vastgesteld dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.