RvdW 2020/40
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht, onrechtmatige daad. Handelt voormalig werkgever (bank) onzorgvuldig door op verzoek van DNB negatieve informatie over werknemer (niet integer handelen) aan nieuwe werkgever (bank) te verstrekken? Bewijslast en bewijswaardering. Bevoegdheid DNB.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03741
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1950, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht, onrechtmatige daad. Handelt voormalig werkgever (bank) onzorgvuldig door op verzoek van DNB negatieve informatie over werknemer (niet integer handelen) aan nieuwe werkgever (bank) te verstrekken? Bewijslast en bewijswaardering. Bevoegdheid DNB.
Partij(en)
[eiser],
eiser tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: [eiser],
advocaat: mr. P.A. Fruytier,
tegen
VAN LANSCHOT N.V., voorheen F. van Lanschot Bankiers N.V.,gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: Van Lanschot,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.J. Drijber:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan ...