RvdW 2020/318:Aanhoudingsverzoek gemachtigde raadsvrouw ter terechtzitting op de grond dat verdachte moet werken en geen vrij kan krijgen. Afwijzing door hof o.g.v. overweging dat verdachte afstand heeft gedaan van aanwezigheidsrecht, nu hij vóór intreden van dienstverband van zitting op de hoogte was en dus keuzemogelijkheid had. HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2019/285. In aanmerking genomen uitdrukkelijke mededeling van raadsvrouw dat verdachte gebruik wenste te maken van zijn aanwezigheidsrecht, is oordeel hof dat verdachte afstand heeft gedaan van aanwezigheidsrecht niet begrijpelijk, terwijl hof, nu het kennelijk van oordeel is dat de aan het aanhoudingsverzoek ten grondslag gelegde omstandigheid aannemelijk is, een afweging had dienen te maken tussen alle bij aanhouding van onderzoek ttz. betrokken belangen. Volgt vernietiging en terugwijzing.