Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/373
Witwassen door omzetten van geldbedrag (art. 420bis lid 1 sub b Sr). Heeft hof juiste maatstaf gehanteerd m.b.t. bestanddeel 'afkomstig uit enig misdrijf'? Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 29-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:459
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/03515
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:459, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03515
Datum 29 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 oktober 2020, nummer 20-002421-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft, na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.