Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/371
Diefstal (art. 310 Sr). Vordering tot tenuitvoerlegging. Heeft hof last tot tul toereikend gemotiveerd? Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 29-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:377
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/02826
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:377, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:119, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02826
Datum 29 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 9 september 2020, nummer 22-005424-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 9 september 2020 door het Gerechtshof Den Haag wegens ‘diefstal’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.