Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/375
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op boot van klagers onder ander, t.z.v. verdenking van diefstal. Derdenbescherming ex art. 3:86 BW. Kan derde als verkrijger te goeder trouw worden aangemerkt? Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 29-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:461
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/03922
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:461, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:105, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03922 B
Datum 29 maart 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 9 juli 2020, nummer RK 19/6915 en 19/6916, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.