Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/771
Laster, art. 262 lid 1 Sr. Uit bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat verdachte 'wist' dat de uitlatingen in strijd met de waarheid waren. HR herhaalt NJ 2015/212. Volgt partiƫle vernietiging en terugwijzing.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:904
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs.Ā W.A.M.Ā vanĀ Schendel, V.Ā vanĀ denĀ Brink, A.L.J.Ā vanĀ Strien
- Zaaknummer
17/05166
- Conclusie
A-GĀ mr.Ā P.C.Ā Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:904, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18ā06ā2019
ECLI:NL:PHR:2019:658, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23ā04ā2019
Essentie
Laster, art. 262 lid 1 Sr. Uit bewijsvoering kan niet zonder meer worden afgeleid dat verdachte 'wist' dat de uitlatingen in strijd met de waarheid waren. HR herhaalt NJ 2015/212. Volgt partiƫle vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
18 juni 2019
Strafkamer
nr. S 17/05166
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 oktober 2017, nummer 22/003164-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
Conclusie
Conclusie A-GĀ mr.Ā P.C.Ā Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.