Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/754
Medeplegen inbraken; geen contra-indicaties.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:967
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/03609
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS67843:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:967, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:393, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑10‑2018
- Wetingang
Essentie
Medeplegen inbraken door met de medeverdachten met een vooropgezet plan naar Friesland te rijden, telkens in elkaars gezelschap te verblijven en na de inbraken met de buit en inbrekerswerktuigen in de auto terug naar Den Haag te rijden; geen contra-indicaties met betrekking tot het medeplegen.
Samenvatting
Verdachte en zijn medeverdachten hadden een vooraf voor alle deelnemers duidelijk plan om inbraken te gaan plegen, verdachte heeft met dat doel een auto geleend, is tezamen met de medeverdachten in die auto vanuit Den Haag naar Friesland gereden, zij hebben telkens in elkaars gezelschap verkeerd en verdachte is na de gepleegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.